donderdag 6 augustus 2015

Little Galapagos - Naar Isla de la Plata

Ecuador en Galapagos - meestal in één adem genoemd. Maar ook ... toeristisch, druk en duur. Wij hebben deze eilanden daarom niet in het schema opgenomen. In plaats daarvan gaan we naar Isla de la Plata waar ook een aantal van de dieren leven die Galapagos zo bijzonder maken.
We haasten ons om het ontbijt naar binnen te werken. Meestal geen goede voorbereiding voor een ruw zeetochtje maar de vertrektijd is op het laatste moment met 30 minuten vervroegd. Voor alle zekerheid toch maar een Primatour genomen tegen zeeziekte.
Langs de vismarkt van Puerto Lopez lopen we naar de vertrekpier. Op de markt is het een drukte van belang. Je kunt de vis ook direct vers opeten in kleine tentjes met stoelen die in het water staan bij vloed. Het wemelt er van de pelikanen. Morgen ochtend nog even terugkomen voor wat foto's!
De overtocht is inderdaad wat ruw, de boot doet maar een uur over 45 km dus stuitert over de golven. Al snel komt er een walvis in zicht. Het zijn er 4-5 en er zijn ook kalfjes bij. De grote zwarte ruggen zwemmen een tijdje met de boot  mee. Na een tijdje zijn we de contouren van Isla de la Plata opdoemen. Het verhaal gaat dat het eiland zo heet omdat Francis Drake hier zijn zilverlingen heeft geteld en verstopt. Meer waarschijnlijk is de naam echter afgeleid van de guano die van de rotsen afdruipt en het eiland een zilverachtige gloed geeft.
Ook nu weer veel pelikanen bij de vissersboten maar ook schildpadden. Waterschildpadden wel te verstaan, niet de reusachtige exemplaren van Galapagos.
Op het eiland is alles streng gereguleerd. Hoe laat komt een boot aan, hoe laat vertrekt-ie? Met 15 minuten tussenpauze vertrekken de groepen op de trails, waarvan er één gesloten is om de zeldzame albatros te beschermen.
Het landschap is nu erg droog: slechts drie maanden per jaar is het groen, in de regentijd. De eerste blue-footed booby wordt druk gefotografeerd, later volgen er nog veel meer. Je moet er zelfs omheenlopen op het pad. Het vrouwtje heeft lichtblauwe poten, het mannetje bijna paarsachtig. Ze krijgen die kleur pas na 3 jaar onder invloed van de vis die ze eten. Er is ook een zeldzame red footed booby; die eet vooral garnalen (net als de flamingo).
Verderop de nazca met pluizige jongen. Hun nest is omgeven door een kring van witte uitwerpselen, daar hebben de ratten een hekel aan.
Op de rotswand nestelen de fregatvogels die je bijna kunt aanraken. De mannetjes hebben een grote rode keelzak die ze opblazen om vrouwtjes te imponeren. Helaas zijn die zo laat in het broedseizoen niet geïnteresseerd.
Na tweeënhalf uur lopen gaan we weer aan boord voor een verfrissende duik en wat snorkelen. Weliswaar niet zo spectaculair als vorig jaar op het Great Barrier Reef maar toch veel vissen in een half uurtje plus een oude zeeschildpad met een rugschild vol plantjes.
De terugtocht is nog ruwer dan de heenreis. De plastic raampjes die het water tegenhouden gaan echter weer open als er twee walvisstieren opduiken. Met veel kabaal klappen ze met hun vinnen op het water om parasieten kwijt te raken. Tijdens de rest van de overtocht slaat het water geregeld over het dek.

1 opmerking: