donderdag 30 juli 2015

Langs de Duivelsneus naar de Inca's

Vandaag een lange reisdag: niet alleen rijden we een flink stuk door bergachtig landschap, we doen ook nog twee activiteiten tussendoor. Flink ontbijten dus voordat we de vulkanen achter ons laten.
Met een laatste blik op de Chimborazo (die alweer in de wolken ligt) begint Fredy de tocht naar Alausi. Daar vertrekt de beroemde trein die omhoogklimt naar de Nariz del Diablo: een steile berg waar de trein over zigzagt. Onderweg een landschap dat soms woestijnachtig is, en dan weer dikke mist als we een wolk binnenrijden. Snap je dat de weersvoorspelling hier niet veel zin heeft?
In Alausi komt de trein net binnen: een moderne diesellocomotief trekt 3 houten wagons. Deels loopt het traject door de straten van het stadje. Pas 110 jaar geleden was deze spoorlijn klaar, tussen Guayaquil en Quito. In de jaren negentig is een deel weggespoeld door landverschuivingen en door de ongeïnteresseerde regering verwaarloosd. Nu is alleen het stukje over de Duivelsneus hersteld.
Tijdens de rit hangt iedereen uit de raampjes om foto's te maken. Het zijn dan ook unieke uitzichten op steile bergwanden waar zich een spoor doorheen slingert. Onderaan de berg ligt een klein stationnetje waar lokale bevolking zich uitslooft in de verplichte toeristendansjes. Je kunt daar goed zien hoe de spoorlijn in de bergwand is uitgehakt.
Op de terugweg zitten we in de laatste wagon en zien we de bijrijder telkens van de trein springen om de wissel om te gooien zodat de trein heen en weer kan rijden.
De volgende stop is de Inca ruïne Ingapirca. Eigenlijk oorspronkelijk een heilige plaats voor de oorspronkelijke bewoners in deze streek, de Cañari. Van hun graven, huizen en voorraadkamers zijn alleen nog muurtjes over, de rest van de stenen zijn door de Spanjaarden gebruikt om huizen en kerken mee te bouwen.
Datzelfde lot gold voor de Inca tempel en bijgebouwen maar er staat nog steeds een indrukwekkende ovale tempel overeind. Prachtig om te zien dat de stenen zo perfect zijn dat er geen cement nodig was. We lopen een paar meter op de Incatrail, die hier nog intact is en die alle heiligdommen van hun rijk met elkaar verbond.
Nog even een groepsfoto.Als je je afvraagt of Paul een lange witte baard laat groeien voor Sinterklaas: nee hoor maar de trimmer laadt niet op bij 110 volt.
De laatste rit gaat naar Cuenca, in omvang de derde stad van Ecuador met net zo'n fraaie koloniale architectuur (maar zonder de criminaliteit van de hoofdstad). We slapen weer in een mooi oud huis met meerdere binnenplaatsen. Je zult deze hotels niet gauw vinden: de ingang ligt achter hoge gesloten deuren aan drukke straten en pas als je binnenstaat zie je de fraaie binnenplaats.
Diner in een typisch Lonely Planet restaurant met uitsluitend toeristen. Wel lekkere lomo en zeebaars trouwens, en ook de tortillasoep is prima.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten